Nobel Lindau 2010
Nobellaureaat Robert Betts Laughlin: "Nog 200 jaar fossiele brandstoffen"
"Het CO2-klimaatprobleem
is slechts een tijdelijk probleem", stelde Nobelprijswinnaar Robert Betts Laughlin (fysica, 1998)
tijdens het
jaarlijkse treffen tussen Nobelprijswinnaars en jonge researchers in het Duitse Lindau.
"Wanneer het huidige consumptiepatroon zich voorzet zullen we binnen twee
generaties zonder aardolie vallen en binnen tweehonderd jaar zullen ook de
steenkoolvoorraden uitgeput zijn."
Zijn Nederlandse
collega Paul Crutzen (scheikunde, 1995), één van de eersten die de aantasting
van de ozonlaag identificeerde, vindt de snelle uitputting van de nu gebruikte fossiele
energiebronnen zelfs reden om dit tijdperk te onderscheiden als een
afzonderlijk geologisch tijdperk. Laughlin zelf kijkt
al uit naar mogelijke alternatieven. Zo denkt hij aan het gebruik van steenkool
voor de productie van transportbrandstoffen. Dit proces, het Fischer-Tropschproces, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog al
gebruikt door Nazi-Duitsland, toen het geen toegang meer had tot aardoliebronnen.
Eindige
uraniumvoorraden
"Het is zelfs
niet waarschijnlijk dat de we de volledige steenkoolvoorraad zullen
opgebruiken. Want sommige lagen zijn economisch erg moeilijk ontginbaar."
Op korte en middellange termijn ziet hij kernenergie als een alternatief.
"Het is een in verhouding erg goedkope energie. Maar ook de
uraniumvoorraden zijn eindig." Ook de alternatieven voor uranium, thorium
en kernfusie, redeneert hij weg. "Er is vijf keer zoveel thorium beschikbaar
op aarde als er uranium is. Maar uiteindelijk is ook die voorraad beperkt. Dat
vooral India experimenteert met thorium is vanzelfsprekend: de grootste
thoriumreserves liggen in India." Want kernfusie betreft acht Laughlin het wel goed mogelijk dat dit proces een goeie
leverancier van neutronen voor klassieke kernreactoren kan opleveren, maar hij
twijfelt eraan of de diverse nationale overheden veel geld zullen blijven
steken in het onderzoek ernaar. "Thorium en kernfusie leveren wel minder
nucleair afval op als uranium, maar elke kerncentrale is vuil",
waarschuwde hij.
Zoutwateralgen en
elektrische planten
Hij verwacht wel
nieuwe ontwikkelingen voor het gebruik van biomassa, onder meer van zoutwateralgen.
Want biomassa op het vasteland bereikt snel zijn grenzen. "Om het
energieverbruik van de Verenigde Staten te dekken moeten we een oppervlakte zo
groot als Texas beplanten met gewassen voor biobrandstoffen." Getijdenenergie
ziet hij alleen als en beperkte aanvulling, om de pieken van zonne- en
windenergie uit te vlakken. "De bron van de getijdenenergie is de rotatie
van de aarde. Zelfs de volledige benuttig ervan voor elektriciteitsproductie
zou slechts een vijfde van de wereldbehoeften kunnen invullen." Laughlins Nederlandse collega Nobellaureaat Gerard 't Hooft
(natuurkunde, 1999) meent dat de wetenschap in staat zal zijn totaal nieuwe energiebronnen te maken.
"Misschien slagen we er ooit in planten te kweken die elektriciteit
produceren", blikt hij ver vooruit.
Laughlin zelf voorspelt op lange termijn technieken
om koolstof (terug) te winnen uit de lucht.
Politieke zon
Grote zonnecentrales
zijn volgens Laughlin een geschikte langetermijnoplossing voor de Verenigde Staten. "De
woestijnstaten die hiervoor het meest geschikt zijn, zijn centraal gelegen, dat
is niet alleen gunstig voor het transport van de opgewekte energie, maar ook
voor de politieke veiligheid ervan. Europa ligt op dit vlak veel ongunstiger.
Het wil onder meer via het Desertecproject
zonne-energie produceren in de Sahara. Ik stel vast dat de centrales op
grondgebied van Arabische landen liggen en dat de transportlijnen lang en
kwetsbaar zijn."
Voorlopige oplossingen
Tot de nieuwe
technieken op punt staan komt het erop aan de eindige energiebronnen te
gebruiken waarvoor ze het meest geschikt zijn. "Uranium is niet geschikt
als transportbrandstof, aardolie wel. Daarom moeten we de aardolie gebruiken
voor transport en het uranium om er elektriciteit mee te produceren",
klinkt zijn lineaire redenering. De beschikbaarheid van de technieken is niet
de enige bepaalde factor, meent Laughlin.
"Zolang nucleaire energie veel goedkoper blijft dan zonne-energie zal er
een maatschappelijk draagvlak blijven bestaan voor kernenergie, ondanks de
vuile aspecten ervan." Hij vermoedt dat Groot-Brittannië en Duitsland in
toenemende mate de nucleaire kaart zullen trekken.
Geen antigaslobby
Laughlin verbaast zich erover dat er in de Verenigde
Staten wel een sterke beweging bestaat tegen het gebruik van kernenergie en
tegen dat van steenkool, maar niet tegen dat van aardgas. Hij vermoedt dat dit
deels te wijten is aan steun uit politieke hoek. "Let op Rusland. Het
werpt zich op als de belangrijkste gasleverancier. De hele strategie van Poetin
bestaat erin een soort afhankelijkheid te kweken bij zijn klanten. Hij weet ook
dat Amerika in de jaren zeventig investeerde in opslagcapaciteit van
elektriciteit via opgepompte stuwmeren, maar dat die investeringen meten
stilvielen toen fossiele brandstoffen weer goedkoper werden. Rusland verzamelt
nu ook nucleair afval uit binnen- en buitenland. Dit afval bevat nog veel potentiële
energie, het is gewoon wachten om nieuwe technieken om deze te valoriseren."
Koen Mortelmans